In het debat over de toekomst van het onderwijs lopen een paar grote lijnen: scholen werken meer samen met de buurt. Leerlingen zitten zelf meer aan het stuur van hun leerloopbaan. Kennis blijft belangrijk, maar komt niet uitsluitend meer van de leraar. Tot daar de theorie. In de praktijk loopt het zo’n vaart (helaas) niet.
Kern van het probleem is de opvatting over ‘kennis’ en vooral hoe je die kennis, of ruimer gesteld ‘ervaring’, het beste opdoet. Sommige leraren menen dat je de omvang en betekenis van W.O. I pas kan begrijpen na uren of zelfs jaren studie van historische feiten. Kennis vraagt in de eerste plaats inspanning, zeggen ze. Een andere weg om hetzelfde doel te bereiken is niet kwaliteitsvol of, erger, maakt jongeren lui.
Wat als ik je vertel dat er toch een andere weg is? Niet door alles in de diepte te doorgronden, maar door horizontaal te surfen van de ene ervaring naar de andere? Zo is de onder jongeren razend populaire tv-reeks ‘In Vlaamse Velden’ er wellicht veel efficiënter in geslaagd om de betekenis van ‘De Groote Oorlog’ aan jongeren duidelijk te maken dan uren les over dit onderwerp. Dit populaire medium biedt een ‘rijke ervaring’ die jongeren aanzet om zelfs al tijdens de uitzending via Facebook massaal gedachten, bronnen en ervaringen uit te wisselen.
Wie van jullie leest élke avond álles op Facebook? Je leest wellicht slechts enkele berichtjes. En toch ervaar je die als zinvol. Ze zijn namelijk genoeg om ‘intuïtief’ een gevoel te krijgen over wat er in je sociale netwerk speelt. Dat fenomeen noemen ze in sociale wetenschap ambient awareness. Zo gaan we – vaak buiten het onderwijs – om met informatie. We lezen korte stukjes uit de krant, berichtjes op sociale media, hebben korte gesprekjes … en die verbinden we om te komen tot betekenis of inzicht. Dat is een barbaarse manier van kennis verwerven, zegt Alessandro Baricco, auteur van het boek ‘De Barbaren’. Hierin beschrijft hij prachtig hoe de heersende beschaving vreest voor een invasie van Barbaren, die op een nieuwe, andere manier ervaring en kennis opdoen. Voor een barbaar is het verleden gedaan en als dusdanig niet relevant. Het is als een schat waarnaar je te lang moet graven. Toch is het net de kennis uit het verleden waar zo veel vakken zich nu op beroepen.
Echte innovatie komt vandaag niet meer voort uit een lineair vooruitgangsdenken waarbij je verder bouwt op de opgebouwde kennis uit het verleden. Wel uit het vermogen om snel stukjes informatie, kennis én betekenis met elkaar te verbinden. Nieuwe media zijn daar heel goed in. Vergelijk het met een flipperkast, waarbij elk contact de bal alsmaar sneller doet stuiteren. In de klas brengt de leraar de bal aan het rollen. Hij legt de problematiek op tafel en geeft het startschot. Tegelijk bedient hij als referentiepunt ook de flippers, kan hij de bal even opslokken om vervolgens meerdere ballen tegelijk in het spel te brengen. Elke bal is een vraag, een manier waarop je leerlingen de ‘hoeveelheid’ wereld die ze verzamelen, vermenigvuldigen. Zo kunnen ze sneller én beter de complexe wereld van vandaag begrijpen. De school slaagt er vandaag echter nog te weinig in om een ‘ervaring’ te zijn, waarin die hoeveelheid wereld exponentieel wordt vermenigvuldigd. Wil ze de kennishonger van haar jonge barbaren stillen, dan zal ze vooral daarop moeten inzetten.
Bert Smits is sociaal pedagoog, auteur en ondernemer. www.bertsmits.be
Dit artikel komt uit “Klasse voor Leraren van april 2014 (nr. 244)” van pagina 47 tot en met 47